Gebruik lasklemmen, lasdoppen en kroonstenen om elektriciteitsdraden en elektriciteitskabels op veilige wijze met elkaar te verbinden. Bekijk het assortiment of lees meer over deze hulpmiddelen onder aan op deze pagina.
Geen gegevens gevonden
Elektriciteitsdraden en elktrictieitskabels met elkaar verbinden wordt ook wel lassen of aflassen genoemd. Er bestaan verschillende manieren om elektradraen en -kabels met elkaar te verbinden, bijvoorbeeld met lasklemmen, lasdoppen, steekklemmen of kroonstenen.
In een lasklem worden elektradraden 'klem' gezet, vandaar de naam lasklem. De lasklem is nog relatief nieuw ten opzichte van de lasdop, steekklem en kroonsteen en een zeer handig hulpmiddel om elektradraden met elkaar te verbinden.
Er bestaan verschillende typen lasklemmen waarbij onderscheid kan worden gemaakt tussen het aantal polen. Er betaan 2-polige lasklemmen, 3-polige lasklemmen, 4-polige etc. Een 8-polige lasklem is het maximum.
Stap 1 - Zorg ervoor dat de stroom is uitgeschakeld en test dit met een spanningstester.
Stap 2 - Strip de elektradraden 9 tot 11 millimeter aan (op de lasklem zelf staat tevens aangegeven tot hoever de draad aangestript dient te worden).
Stap 3 - Steek de elektradraden in de lasklem.
Stap 4 - Heeft de klem een klipje? Haal dan het klipje omhoog, steek de draad in de klem en duw het klipje weer omlaag.
Stap 5 - Schakel de stroom weer in en test wederom met de spanningstester of de draden op de juiste wijze met elkaar zijn verbonden. In de lasklem zit aan de bovenkant een gaatje. Steek hier het uiteinde van de spanningstester in zodat kan worden getest of er spanning staat op de verbinding.
Een lasdop dopt de elektriciteitsdraden als het ware af. En ondanks dat de lasdop de voorloper is van de lasklem, wordt de lasdop nog wel gebruikt. Groot voordeel van een lasdop is de betrouwbaarheid. Bij een lasklem loopt de verbinding niet direct via de elektradraad, terwijl dit bij een lasdop wel zo is. Bij een lasdop worden de elektriciteitsdraden namelijk om elkaar heen gedraaid en afgedopt waardoor een directe verbinding ontstaat.
Stap 1 - Zorg ervoor dat de stroom is uitgeschakeld en test dit met een spanningstester.
Stap 2 - Strip de elektriciteitsdraden tot ongeveer 5 centimeter aan.
Stap 3 - Houd de draden op gelijke lengte naast elkaar.
Stap 4 - Draai de draden met een combinatietang, zo strak mogelijk rechtsom in elkaar.
Stap 5 - Knip de bundel draden op een lengte van ongeveer 12 millimeter af.
Stap 6 - Controleer de verbinding door de lasdop een beetje terug te draaien. De veer mag hierbij niet mee terugdraaien.
Houd er rekening mee dat er enkel vijf draden in een lasdop gedraaid mogen worden. Indien er meer draden worden gebruikt is het mogelijk dat niet alle draden contact maken. Er dient dan een verbinding gesplitst te worden.
Van de drie verbindingshulpmiddelen bestaat de kroonsteen het langst. Een kroonsteentje is een blokje van ongeveer 2 centimeter bij 2 centimeter die is gemaakt van kunststof of porselein. Aan de binnenkant van het blokje lopen buisje die van de ene kant naar de andere kant van het blokje lopen.
Stap 1 - Zorg ervoor dat de stroom is uitgeschakeld en test dit met een spanningstester.
Stap 2 - Strip de elektriciteitsdraden tot ongeveer een halve centimter aan met een striptang.
Stap 3 - Steek de elektricitetisdraden in het kroonsteentje door het buisje.
Stap 4 - Zet de elektrictiteitsdraden vast door de schroefjes aan te draaien. Let op! Uiteindelijk mag er geen koperdraad zichtbaar zijn.